Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Mozes tot de HEERE: [8]Och Heere! ik [9]ben geen man wel ter tale, noch van gisteren, [10]noch van eergisteren, noch van toen af, toen Gij tot Uw knecht gesproken hebt; want ik ben zwaar van mond, en zwaar van tong. 8. Zie van het Hebreeuwse woordje, overgezet Och, Gen.43:20. 9. Hebreeuws, ik ben geen man der woorden; dat is, ik ben niet welsprekend. 10. Mozes wanhoopte geheel aan de beterschap van zijn tong, overmits hij zelfs in dien tijd geen beterschap vernam, toen de Heere met hem sprak van deze ambassade.